In 1989 wordt de Financial Action Task Force on money laundering (FATF) opgericht. Nederland en 15 andere landen worden lid en houden zich vanaf de oprichting aan de aanbevelingen van de FATF. Meer informatie over de FATF en de aanbevelingen leest u op de pagina Internationale samenwerking.

Sinds 1991 is er een Europese richtlijn voor het voorkomen van witwassen en de financiering van terrorisme: de Anti-Money Laundering Directive (AMLD). Deze richtlijn is met name bedoeld om te voorkomen dat criminelen financiële instellingen misbruiken om geld wit te wassen.

Vanaf 1994 moeten Nederlandse banken en andere financiële instellingen zoals levensverzekeraars ongebruikelijke transacties melden bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT). MOT onderzoekt deze meldingen, en verklaart transacties verdacht. Dit meldpunt is de voorloper van FIU-Nederland.

De terroristische aanslagen op de Twin Towers in New York op 11 september 2001 zijn een keerpunt. Vanaf 2001 richt de FATF zich niet alleen op witwassen, maar ook op de financiering van terrorisme.

Vanaf 2003 hebben onder meer makelaars, belastingadviseurs, advocaten, notarissen en accountants meldingsplicht

In 2006 fuseren MOT en BLOM (het Bureau ter politiële ondersteuning van de Landelijke Officier van Justitie inzake de Wet MOT). Dit is het begin van FIU-Nederland.

Sinds 2008 geldt de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). De wet vervangt de Wet identificatie bij dienstverlening (Wid) en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT). In de Wwft verwerkt Nederland de Europese richtlijnen.

Sinds 2010 zijn de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderdeel van Nederland. De meldingsplichtige organisaties uit deze landen melden ongebruikelijke transacties voortaan ook bij FIU-Nederland. Dit doen zij op basis van de Wwft BES.