Niet het gehoopte advies
Door scherp en kritisch optreden van deze adviseur is vermoedelijk voorkomen dat de UBO een witwasconstructie kon faciliteren met gefingeerde leningen...
u003cstrongu003eEen adviesbureau werd verzocht te adviseren over de aankoop van een onroerende zaak. Het betrof de aankoop van een object met als doel om deze onroerende zaak te verhuren. Het onroerend goed werd door de koper in privé verworven en voor de verhuur was het de bedoeling om een BV op te richten. De bron van middelen betrof een geldlening door een externe investering BV, die op haar beurt de middelen verkreeg van diens UBO.u003c/strongu003e
Zowel de kopende als geldverstrekkende partij waren niet eerder cliënt bij dit advieskantoor geweest.
Tijdens het cliëntonderzoek dat voorafging aan de melding van de voorgenomen transactie bleek al gauw dat de leninggever zijn vermogen had opgebouwd in cash intensieve branches en veelvuldige investeringen in vastgoed. Beide factoren brengen een verhoogd risico op witwassen met zich mee.
Tijdens het cliëntonderzoek heeft de adviseur gezocht op berichtgevingen in de media en werd verrast door een artikel over de leninggever waarin deze persoon in relatie wordt gebracht met dubieuze praktijken in de vastgoedsector. Daarnaast bleek uit het gesprek met de leninggever dat deze een dubieus belastingmoraal zou hebben en op een aantal punten tegenstrijdig verklaarde. Dit nam het vertrouwen van de adviseur dat het vermogen van de cliënt een legitieme herkomst had weg. De adviseur heeft daarop de voorgenomen ongebruikelijke transactie gemeld bij de FIU-Nederland en de relatie met de cliënt, nog voordat deze was gestart, beëindigd.
Uit de analyse van de FIU-Nederland kon worden geconcludeerd dat de adviseur het goed had aangevoeld. Op basis van onze analyse rees het vermoeden dat zowel de leninggever als de leningnemer onder één hoedje speelden. De leninggever bleek namelijk al in beeld van FIU-Nederland te zijn gekomen in een analyse waarbij door verschillende bedrijven van deze UBO geldleningen werden verstrekt. De UBO is daarnaast geen onbekende van de opsporingsdiensten. Samen met zijn rechtspersonen wordt de UBO ervan verdacht geldleningen te verstrekken en anderszins geldstromen te faciliteren voor personen die betrokken zijn bij strafbare feiten. Het geld wordt vervolgens geïnvesteerd in vastgoed in zowel Nederland als Bonaire.
Door scherp en kritisch optreden van deze adviseur is vermoedelijk voorkomen dat de UBO een witwasconstructie kon faciliteren met gefingeerde leningen, dat wil zeggen leningen waarmee de identiteit van de feitelijke eigenaren kan worden afgeschermd. Voor FIU-Nederland voldoende reden om de transacties verdacht te verklaren en deze over te dragen aan de opsporing die deze zaak verder oppakt.