“Meldingen van banken zetten ons op het spoor van de contante geldstromen”
Onlangs veroordeelde de rechter een metaalrecyclingbedrijf tot een miljoenenboete voor valsheid in geschrifte, witwassen, import van cocaïne en deelname aan een criminele organisatie. Een aantal verdachten kreeg daarbij fikse celstraffen opgelegd. De Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD), het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie en de Financial Intelligence Unit-Nederland (FIU-Nederland) blikken terug op deze zaak, waarin meldingen van ongebruikelijke transacties een belangrijke rol speelden.
Het was de politie die in eerste instantie een onderzoek startte naar heling van gestolen materialen, vertelt een betrokken medewerker van de FIOD. “Tijdens dat onderzoek kreeg de politie een deel van de kasadministratie in handen. Omdat daaruit indicaties van witwassen kwamen, heeft de politie deze zaak aan ons overgedragen.”
Contante inkoop
De FIOD onderzocht de kasadministratie minutieus. “De enorme contante inkoop van oud ijzer was opvallend. We berekenden dat er gemiddeld zo’n 26 particulieren per dag bij het bedrijf kwamen met oud ijzer, waarvoor ze betaald werden met contant geld. Gemiddeld bracht elke particulier bijna 6000 kilo aan oud ijzer. Om dit in perspectief te plaatsen: op een gemiddelde aanhanger kan nog geen 1000 kilo ijzer. Dus bijna al die particulieren zouden in vrachtauto’s gereden moeten hebben. Dat was ongeloofwaardig.”
[streamer]
“Gemiddeld leverde elke particulier per keer bijna 6000 kilo oud ijzer in”
De FIOD zette zijn vraagtekens bij deze aantallen. “Maar de kasadministratie maakte niet duidelijk hoe het dan wél zat.” Voor extra inzicht klopte de FIOD aan bij FIU-Nederland. Dit is het centrale meldpunt waar meldingsplichtige instellingen – zoals banken, notarissen en (ver)kopers van goederen – ongebruikelijke transacties moeten melden bij een vermoeden van witwassen of terrorismefinanciering. De betrokken analist van FIU-Nederland vertelt: “Wij analyseren deze ongebruikelijke transacties om te bepalen of ze van belang zijn voor het voorkomen of opsporen van misdrijven. Als dat zo is, verklaren we de transacties verdacht en stellen we ze beschikbaar aan de opsporing. Vanaf dat moment noemen we het ‘verdachte transacties’. Een opsporingsdienst kan ons ook bevragen in verband met een lopend strafrechtelijk onderzoek. Wij kijken dan of er relevante ongebruikelijke transacties zijn voor het onderzoek en die verklaren we dan op basis van de verkregen informatie verdacht.
Tienduizenden euro’s per dag
De verdachte transacties gaven een dieper inkijkje in de geldstromen. “Verschillende banken meldden bij FIU-Nederland grote contante opnames door het bedrijf,” vertelt de analist. De medewerker van de FIOD: “Zo kwamen we erachter dat een persoon binnen het bedrijf dagelijks met verschillende bankpassen duizenden euro’s aan contant geld opnam. In totaal zo’n 20.000 euro per dag. Daarnaast signaleerden banken dat grote bedragen bij het metaalrecyclingbedrijf contant werden afgeleverd door een geldtransportbedrijf. In ongeveer vijf jaar tijd werd ruim 70 miljoen euro contant afgeleverd.”
De analist vult aan: “Banken hebben inzage in de activiteiten hun klant. Dat is een groot voordeel voor dit soort onderzoeken. Ze hebben toegang tot rekeningoverzichten, ze weten hoeveel er wordt omgezet, ze zien hoeveel van die omzet contant is, ze zien wat eruit gaat en op welke manier. In dit geval zagen ze die enorme contante geldstroom. We praten hier over miljoenen op jaarbasis, niet een paar tientjes.”
Nuttig voor verdenking
De officier van justitie die het opsporingsonderzoek leidde, vertelt verder: “Verdachte transacties zijn ontzettend nuttig om tot een verdenking te komen. Dit is nodig als we bijzondere opsporingsmiddelen willen inzetten. Verdachte transacties zijn daarbij heel behulpzaam, omdat ze vaak al aan het begin van een zaak vreemde situaties blootleggen. Meestal combineren we dit met andere gegevens, bijvoorbeeld van de Belastingdienst en het Team Criminele Inlichtingen (TCI). Die combinatie levert meestal voldoende onderbouwing op voor een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit.”
[streamer]
“Het bedrijf nam elke dag zo’n 20.000 euro aan contanten op”
Omgekeerde situatie
De informatie uit de meldingen van de banken riep wél de nodige vragen op. De officier van justitie vertelt: “Bij witwassen willen criminelen meestal hun contante geld giraal maken. Hier werd giraal geld juist contant gemaakt, en dat in héle grote hoeveelheden. We hebben ons wel even achter de oren gekrabd.” De medewerker van de FIOD vult aan: “In overleg hebben we de focus van het onderzoek daarom op de herkomst van de inkoop gelegd.”
Schaduwadministratie
Onderdeel van het opsporingsonderzoek was een dagenlange doorzoeking op het terrein van het metaalrecyclingbedrijf. De medewerker van de FIOD herinnert zich dit goed. “We vonden er bijna 200 identiteitsbewijzen, waarvan het grootste deel vals bleek. Van een groot aantal van de identiteitsbewijzen werden de personalia gebruikt op de valse inkoopbonnen. Ook stuitten we op een schaduw-kasboek, dat meer de realiteit leek te beschrijven dan het kasboek dat de accountant onder ogen kreeg. Zo troffen we tijdens de doorzoeking een kassaldo aan dat overeenkwam met het kassaldo in dit schaduw-kasboek. Ook bleek uit dit schaduw-kasboek dat de eigenaar tientallen miljoenen aan cash met onbekende bestemming had meegenomen. In het kasboek dat de accountant onder ogen kreeg werden deze contante opnamen door de eigenaar verantwoord als inkopen van particulieren.”
[streamer]
“We legden de focus van het onderzoek op de inkoop”
Buitenlandse klanten
En waar kwam dan al het geld vandaan dat het bedrijf dagelijks pinde – en volgens de valse kasadministratie contant betaalde aan de particulieren? De medewerker van de FIOD vertelt: “Het geld kwam binnen via een aantal buitenlandse bedrijven. In ons onderzoek zagen we ook transportbewegingen daarnaartoe. Er ging dus daadwerkelijk oud ijzer naar die buitenlandse bedrijven. Dit was ook een belangrijk argument van de hoofdverdachte: ‘Het geld komt via onze klanten binnen per bank, dus wat is het probleem?’ De vraag was echter wat de herkomst was van de metalen die voor deze buitenlandse omzet zorgde. En ook hier waren er duidelijke aanwijzingen dat er van alles niet klopte. Zo werd duidelijk dat de administratie werd aangepast om de zwarte inkoop van metalen dan wel gestolen metalen in het buitenland te maskeren.”
Alles in contant: vanzelfsprekend of niet?
Het bedrijf stelde verder dat particulieren nu eenmaal in contanten uitbetaald willen krijgen. “Dat is het traditionele beeld van de branche. Dat álles in contanten gaat. Maar zo vanzelfsprekend is dat helemaal niet meer. Zeker niet als het om miljoenen gaat, zoals hier,” stelt de medewerker van de FIOD. De analist van FIU-Nederland beaamt dit. “Het argument is vaak: mensen willen boter bij de vis. De vraag is of dat altijd zo is. Uit onderzoek van de Europese Centrale Bank naar het betaalgedrag in Europa blijkt bijvoorbeeld dat de gemiddelde Nederlander het minste contant betaalt van alle Europeanen en niet veel contant geld op zak heeft, slechts 35-40 euro. Dit staat in geen verhouding met de contante bedragen in deze zaak.”
[streamer]
“Het traditionele beeld van de branche is dat alles in contanten gaat, maar zo vanzelfsprekend is dat niet”
Geen aannemelijke verklaring
Gedurende het opsporingsonderzoek stapelde het bewijs zich op tegen het bedrijf. De medewerker van de FIOD: “Er waren indicaties van zwarte inkoop, van heling, van een vervalste kasadministratie. Later kwam daar ook drugssmokkel bij. En tijdens de verhoren en ook later in de rechtbank, kwam de hoofdverdachte niet met een concrete en verifieerbare verklaring.”
Veroordeling
De bevindingen uit het opsporingsonderzoek van de FIOD en het OM resulteerden uiteindelijk in de veroordeling van het bedrijf en vier verdachten. De hoofdverdachte kreeg tien jaar celstraf opgelegd, drie medeverdachten achttien maanden, waarvan twaalf voorwaardelijk. “In deze zaak zetten de meldingen van banken ons op het spoor van de contante geldstromen. Ze hebben richting gegeven aan ons onderzoek.” De officier van justitie vult aan: “De FIOD heeft daarbij heel goed werk verricht. Het team heeft allerlei gegevens diepgaand onderzocht. Van weegbruggegevens en contante bonnen tot valse ID-bewijzen: het was monnikenwerk. Samen met de meldingen heeft dit geleid tot deze veroordelingen.”
Poortwachtersfunctie belangrijk
“Meldingen van meldingsplichtige instellingen zijn tegenwoordig niet meer weg te denken”, besluit de officier van justitie. “In vrijwel alle onderzoeken die ik leid, maken ze deel uit van verschillende processen-verbaal. Ook in latere fasen van een opsporingsonderzoek, zijn nieuwe meldingen nuttig om te blijven monitoren wat er gebeurt. Dit kan helpen om aan te tonen dat er nog steeds strafbare feiten plaatsvinden. En dat kan weer helpen om een verdachte in voorlopige hechtenis te houden, bijvoorbeeld. In mijn optiek is de poortwachtersfunctie dan ook heel belangrijk. Banken, accountants, handelaren of andere poortwachters: zij zien dingen, die wij niet zien. Dankzij hun meldingen kunnen we ons onderzoek gerichter insteken op bepaalde aspecten. Precies zoals in deze zaak ook is gebeurd.”
Uitspraken