Bij een notaris kwam het verzoek binnen een akte te laten passeren. Het had betrekking op de aankoop van een beleggingspand ter waarde van enkele miljoenen euro's. De makelaar van de kopende partij droeg een koopovereenkomst aan met het verzoek aan de notaris de levering te verzorgen.
Dit verzoek kwam echter zomaar uit de lucht vallen. Zowel kopende als verkopende partij waren niet eerder cliënt bij het notariskantoor geweest. De notaris wilde weten met wie hij van doen had en nam contact op met de makelaar. De makelaar gaf aan, dat de keuze op de notaris was gevallen omdat deze noch met de koper noch met de verkoper eerder van doen had gehad. De notaris vond dit argument te mager en vroeg contactgegevens van de koper. De makelaar gaf deze gegevens, maar het bleek lastig contact te krijgen met de koper. Toen de notaris hem uiteindelijk aan de lijn kreeg, bleef de koper over de aankoop erg op de vlakte en verwees hij naar zijn 'adviseur'. Deze adviseur bleek onvindbaar en bestond wellicht helemaal niet. Bovendien bleek bij raadpleging van het kadaster, dat de summiere informatie die de notaris had gekregen niet paste bij hetgeen hij uit de kadasterinformatie op kon maken.
De notaris weigerde hierop zijn diensten en meldde de voorgenomen transactie bij FIU-Nederland. Na onderzoek van FIU-Nederland bleek de argwaan van de notaris terecht. De koper bleek al meerdere keren voor oplichting, vervalsing en verduistering veroordeeld te zijn geweest. Ondanks dat er onvoldoende uitvoering van fraude was om met succes tot vervolging over te gaan, werd de informatie wel ter beschikking van de opsporingsinstanties gesteld. Hierdoor verkreeg de politie het inzicht dat de man zich kennelijk, weer, met frauduleuze praktijken in had gelaten. Overigens was de verkopende partij ook geen onbekende van de financiële recherche en rees het vermoeden, dat beiden in dit geval onder één hoedje hadden gespeeld.