Een makelaardij in onroerend goed koopt uit een nalatenschap een pand met bijbehorende grond en opstallen. De erfgenamen ontvangen twee bedragen, één bedrag voor het pand en een ander bedrag voor de bijbehorende grond en opstallen.
De kopende partij is één van de makelaars van de makelaardij zelf. Op dezelfde dag als waarop pand, grond en opstallen door de makelaardij worden gekocht, verkoopt deze makelaar het pand door aan een derde partij voor ongeveer hetzelfde bedrag als waarvoor hij het pand heeft gekocht.
De bijbehorende grond en opstallen verkoopt de makelaar aan de andere makelaar van het kantoor. De verkoopprijs bedraagt 50.000 euro meer dan de koopprijs. Deze andere makelaar verkoopt diezelfde dag de grond en opstallen weer door aan een derde partij voor 250.000 euro meer dan hij aan zijn collega heeft betaald.
Afgezien van het feit, dat een dergelijk handelen weinig integer te noemen is, is er ook alle reden om nader onderzoek naar frauduleuze handelingen of het witwassen van 300.000 euro in te stellen. Om deze reden volgt er verdachtverklaring van de transacties en zijn deze door een opsporingsdienst in onderzoek genomen.