In oktober 2012 legde de FIOD beslag op achttien huizen in Den Haag, op nog te betalen huurpenningen en op saldi van meerdere bankrekeningen. De eigenaren van dat alles waren vier personen uit één familie.
Wat was het geval? Jaren geleden hadden de familieleden zich bezig gehouden met allerlei soorten fraude, waarbij zowel de overheid als particulieren voor grote bedragen schade was toe gebracht. Er waren indertijd ook veroordelingen gevallen, maar de gelden die met de fraudes waren binnengehaald, werden nooit getraceerd.
Toen in 2012 de FIOD een thematisch project uitvoerde kwamen de inmiddels al weer vrij rondlopende familieleden in beeld. Ze bleken stuk voor stuk in panden te verblijven, die op naam van buitenlandse vennootschappen waren gesteld. In het daarop volgende onderzoek werd FIU-Nederland gevraagd een onderzoek in hun datasystemen in te stellen.
Dit leidde tot gemelde informatie over verkoop van vastgoed. De verkopende partij was weliswaar een buitenlandse vennootschap, maar de door een notaris gemelde transactie leidde uiteindelijk naar de identiteit van de feitelijke eigenaar, de zogenaamde Ultimate Beneficial Owner (UBO). Deze eigenaar bleek één van de eerder genoemde familieleden.
De gemelde ongebruikelijke transactie werd verdacht verklaard en door de FIOD in het onderzoek meegenomen. Het totale onderzoek leidde tot de hierboven genoemde inbeslagnemingen. Het onroerend goed bleek onder andere aangekocht door buitenlandse vennootschappen, gevestigd in Liechtenstein en op Saint Vincent and the Grenadines. Die constatering leidde weer tot een doorzoeking bij een trustkantoor in datzelfde Liechtenstein waarbij nieuwe linken werden aangetroffen.
Het betrof een uitgebreid en langdurig onderzoek waarbij de ongebruikelijke transactiemelding van de verkoop van vastgoed één van de bouwstenen voor de sturing van het onderzoek en onderbouwing van het bewijs vormde.