In een half jaar tijd maakte de vrouw 25 money transfers over naar één en dezelfde persoon in haar geboorteland. Het waren geen grote bedragen, maar bij elkaar opgeteld ging het toch over duizenden euro's.
Duidelijk was dat zij in de prostitutie actief was. Zoals wel vaker in dit soort gevallen, zijn dergelijke transfers te relateren aan het levensonderhoud van de achtergebleven familie.
Echter de frequentie en aard van de transfers waren afwijkend. In plaats van eens in de paar weken, werd soms om de dag een geldbedrag overgemaakt en zonder uitzondering naar één en dezelfde man.
Op zekere dag raakte de vrouw in gesprek met zedenrechercheurs die regelmatig, in de rosse buurt waar zij werkzaam was, met prostituees spraken. Bij die gelegenheid deed ze aangifte van mensenhandel en afpersing.De man die al de money transfers ontvangen had, bleek haar ex-vriend te zijn.
Hij perste haar al enige tijd af. In eerste instantie was de vrouw op verzoek hem als prostituee gaan werken. Die vrijwilligheid verdween echter al snel en toen ging het mis. Wanneer er iets verkeerd was gegaan of wanneer zij weigerde te werken, werd ze door de man in elkaar geslagen. Op een gegeven moment werd het haar te veel en besloot uit het 'leven' te stappen.
Haar ex-vriend zei haar, dat het hem niet uitmaakte hoe ze geld wilde verdienen, maar dat ze hem toch zou moeten blijven betalen. Uit angst dat haar familie in haar geboorteland iets aangedaan zou worden, bleef ze actief in de prostitutie en verzond ze met grote regelmaat de door haar ex-vriend geëiste bedragen. Haar ex-vriend was inmiddels naar haar geboorteland teruggekeerd.
De gemelde money transfers bevestigden haar relaas in de aangifte en konden bovendien als bewijs in de strafzaak dienen.