Een melding van een ongebruikelijke transactie komt bij de FIU-Nederland in een afgeschermde database terecht. Deze database is ook niet toegankelijk voor de politie. Pas wanneer de melding is onderzocht binnen de FIU-Nederland en er genoeg reden blijkt om deze verdacht te verklaren, dan wordt deze verdachte transactie doorgemeld naar de opsporingsdiensten. De verdachte transactie is een politiegegeven, waarvan de opsporingsinstanties kunnen kennisnemen.
De opsporing kan de verdachte transactie-informatie op verschillende wijze gebruiken. Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven uiterst prudent met het gegeven van de meldende dienstverlener om te gaan. Echter, afhankelijk van de onderzoeksfase en het doel, kan de VT-informatie een belangrijk onderdeel zijn van de bewijsvoering en kunnen de onderzoekende rechercheurs, op last van het bevoegd gezag, contact zouden opnemen met één van de transactiepartijen.