In september 2011 werd bij een geweldadige beroving in Groningen een man gedood. De man was een bekende verschijning in de rosse buurt van Groningen en trad sinds jaar en dag als geldloper en boodschappenjongen voor raamprostituees op. Op 16 september 2011 werd de man 's nachts beroofd en overleefde deze roof niet. Zijn stoffelijk overschot werd die ochtend in een portiek aan het Zuiderdiep aangetroffen.
De Groningse recherche startte een omvangrijk onderzoek waarbij zij enkele Colombianen in het vizier kregen. Op verzoek van de Officier van Justitie stelde FIU-Nederland een onderzoek naar deze Colombiaanse groep in en kon 29 transacties terugbrengen op deze groep. Eén transactie bleek uiteindelijk een belangrijke rol in het onderzoek te spelen. Het was een moneytransfer, kort na het misdrijf, naar Spanje. De door FIU-Nederland gemaakte netwerkanalyse gaf een sterke indicatie voor de identiteit van één van de twee verdachten. Mede dankzij de transactie was het rechercheteam in staat om twee verdachten te identificeren. Het op de Plaats Delict veiliggestelde forensisch bewijs onderbouwde de verdenking waarna beide verdachten konden worden aangehouden.
In augustus 2013 werd de zaak door de rechtbank in Groningen behandeld. Hierin werd onder andere door de rechtbank vastgesteld, dat één van de verdachten, direct betrokkene bij de moneytransfer naar Spanje, geen goede verklaring over de herkomst van de overgemaakte drieduizend euro kon geven. De diverse onderdelen van het bewijs, inclusief de gemelde transactie, leidden tot een veroordeling. De rechtbank vonniste beide verdachten tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 jaar wegens bewezen doodslag.
De transactie informatie leidde naar de identiteit van een vermoedelijke mededader en diende tijdens de zitting als onderdeel van het bewijs.